zaterdag 5 januari 2013

Informatie over het Baha` i geloof

Het Bahá’í- geloof is in het midden van de 19e eeuw in Iran ontstaan en heeft zich sindsdien over de gehele wereld verspreid, naar schatting zijn er nu zo’n 6 miljoen Bahá’ís. Het is gebaseerd op de leringen van Bahá’u’lláh. De bahá’ís , volgelingen van Bahá’u’lláh, geloven in de goddelijke oorsprong van deze leringen. Het bereiken van universele vrede, waarbij alle volkeren van de aarde, ongeacht ras, klasse, cultuur en godsdienst, in harmonie zullen samenleven, is het hoogste doel van het Bahá’í-geloof. Bahá’u’lláh legt uit dat goddelijke openbaring een voortschrijdend proces is, afhankelijk van het bevattingsvermogen van de mensheid in de opeenvolgende tijdperken. Alle godsdiensten berusten op openbaringen uit dezelfde Bron. Hij verklaart: “Enig schijnbaar verschil (tussen Boodschappers van God) moet worden toegeschreven aan het verschil in ontvankelijkheid van een eeuwig veranderende wereld. De ontwikkeling van het Bahá’í-geloof is gepaard gegaan met vervolgingen van de aanhangers en verbanningen van de Stichter. Uiteindelijk leidden deze verbanningen naar de gevangenisstad Akka in de huidige staat Israël. Ondanks de verbanningen en gevangenhouding van Bahá’u’lláh ging er een dusdanige sterke aantrekkingskracht van Hem uit, dat mensen zijn Openbaring begrepen en aanvaarden. Toen de politieke omstandigheden veranderden in het toenmalige Palestina, werd de gevangenschap van Bahá’u’llah opgeheven en woonde Hij nabij Haifa waar Hij in 1892 overleed. Zijn zoon, Abdu’l-Bahá, was aangewezen als het levende voorbeeld van Zijn leringen en de Uitlegger daarvan. Abdu’l-Bahá heeft het begin gemaakt van het huidige Bahá’í wereldcentrum op de berg Carmel , in Haifa, met de bouw van de shrine van de Báb, de Voorloper en Heraut van Bahá’u’lláh, Die in 1850 in Iran was geëxecuteerd. De aantrekkingskracht van deze nieuwe openbaring was dusdanig dat het mensen bleef aantrekken vanuit verschillende continenten waaronder Europa en Amerika. Er kwam een stroom pelgrims op gang vanuit Amerika van mensen die de leringen op hun beurt , en later onder leiding van Shogi-Effendi, de kleinzoon van Abdu’l-Bahá, verder hebben verspreid. Abdu’l-Bahá heeft aan het einde van zijn leven reizen gemaakt naar Europa en Amerika en daar, voor belangstellend gehoor toespraken gehouden. Door deze activiteiten ontstonden Bahá’í gemeenschappen, Nationale Geestelijke Raden en uiteindelijk in het midden van de 20ste eeuw het Universele Huis van Gerechtigheid dat zetelt op de berg Carmel. Principes van het Bahá’í-geloof zijn ondermeer: de eenheid van God en Zijn Profeten en dat de bron van alle godsdiensten één is en de eenheid van de mensheid, onafhankelijk onderzoek naar de waarheid, afschaffing van alle vormen van bijgeloof en vooroordeel, eenheid tussen religie en wetenschap, gelijkwaardigheid van man en vrouw, verplichte opvoeding en onderwijs van alle kinderen, uitbanning van de uitersten van rijkdom en armoede en de invoering van een internationale hulptaal. In Nederland zijn ongeveer 1000 volwassen gelovigen en 350 kinderen, jeugd en jongeren. De Nationale Geestelijke Raad zetelt in Den Haag, Riouwstraat 27 2585GR www.bahai.nl. In Groningen en Drenthe (plm. 35 leden) worden meditatieve bijeenkomsten gehouden in de stad Groningen en in Emmen Daarnaast worden er leerkringen gegeven die een verdieping zijn voor het persoonlijk geestelijk leven en wat leidt tot een weg van dienstbaarheid. Voor kinderen zijn er kinderklassen en jeugdbekrachtigingsprogramma’s voor de jeugd. Jongeren kunnen meedoen aan de leerkringen, hun eigen pad kiezen en zich in zetten bij kinderklassen en als jeugdanimator. Het negentiendaagsfeest is de viering voor baha’is die iedere negentien dagen wordt gehouden, waar meditatie, consultatie en een sociaal gedeelte onderdeel van zijn. Dit periodieke feest hangt samen met de nieuwe (zonne)kalender vanaf 1844 en de indeling van het jaar in 19 maanden van 19 dagen plus enige schrikkeldagen. Ook worden er, verspreid over het jaar, een negental heilige dagen gevierd of herdacht waarop belangstellenden welkom zijn. De geboortedag van Bahá’u’lláh op 12 november wordt gezamenlijk met Groningen, Friesland en Drenthe gevierd, dit jaar was dat in het Natuurvriendenhuis de Hondsrug in Noordlaren. In de toekomst wordt verwacht dat meer mensen zich bewust worden van de noodzaak van de principes van het geloof. Het effect van het tekortschieten van de oude wereldorde van egoïsme, corruptie, zelfverrijking, bekrompenheid, haat en nijd, wordt gezien als een belemmering om tot bewustwording en geestelijke groei te komen. Een mogelijke boodschap aan de inwoners van Groningen en Drenthe zou kunnen zijn, om na te denken over het verschil tussen de vorm en de essentie in de godsdiensten. De vormen kunnen verschillend zijn zoals ook mensen verschillend zijn en dat hoeft geen reden te wezen voor vervreemding of erger, maar een reden om elkaar te leren kennen en van elkaar te leren. De Bahá’í-gemeenschap is vertegenwoordigd in het Platform voor Religies en Levensbeschouwingen van de provincie Groningen. Tot slot nog een persoonlijke noot. Nederlands Hervormd opgevoed, raakte ik benieuwd naar wat andere wereldgodsdiensten dan het Christendom te zeggen hadden. Mijn conclusie na het lezen van diverse boeken hierover was: Oost of West, het zijn allemaal Gods kinderen. Toen ik daarna met het Bahá’í –geloof in aanraking kwam, viel het kwartje. Ik ben verder gegaan met het ontdekken hoe het begrip van eenheid in verscheidenheid verder kan uitwerken in mijn leven, in de Bahá’í-gemeenschap en in de samenleving. website Bahá’í Groningen: http://groningen.bahai.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten